155De verplichting om vergunningsplichtige wapens en munitie buiten het bereik van kinderen en onbevoegde te bewaren:
A. geldt altijd
B. geldt enkel als men meer dan 5 vergunningsplichtige wapens opslaat;
C. geldt enkel als men meer dan 30 vergunningsplichtige wapen opslaat;
42Welke proeven moet men afleggen om na 5 jaar een sportschutterslicentie te hernieuwen:
A. een theoretische en praktische proef.
B. alleen een theoretische proef bij substantiële wijziging van de regelgeving.
C. geen enkele.
101De ladercapaciteit van een halfautomatisch karabijn met randvuurmunitie (bijvoorbeeld .22 LR) is beperkt tot:
A. 10 patronen
B. 30 patronen
C. 40 patronen
27Bij de aanvraag van een voorlopige sportschutterslicentie, is het de taak van de lokale politie:
A. om een moraliteitsonderzoek te doen en na te gaan of het wapenbezit een gevaar voor de openbare orde kan betekenen en de conclusie van dit onderzoek te delen met de federatie
B. enkel de federale politie kan het moraliteitsonderzoek verrichten
C. de lokale politie is niet betrokken bij de aanvraag van een voorlopige sportschutterslicentie en verstrekt aan geen enkele instantie een advies
44De houder van een voorlopige sportschutterslicentie die op 1 januari voor het eerst lid werd bij een schuttersvereniging:
A. kan zijn sportschutterslicentie ten vroegste aanvragen vanaf april mits hij 12 schietbeurten heeft gespreid over minstens 2 trimesters;
B. kan zijn sportschutterslicentie ten vroegste aanvragen vanaf juli mits hij 12 schietbeurten heeft gespreid over minstens 2 trimester
C. dient te wachten tot het volgende kalenderjaar alvorens hij zijn sportschutterslicentie kan aanvragen
191Bij verhuis naar een ander land van de Europese Unie:
A. is het voldoende dat men een Europese vuurwapenpas heeft
B. moet men vergunningen aanvragen in het andere land en daarna een toelating tot overbrenging bij de Dienst Strategische Goederen van het Vlaams gewest
C. moet men vergunningen aanvragen in het andere land en daarna een toelating tot overbrenging bij de gouverneur
23De begeleider van de houder van een voorlopige sportschutterslicentie:
A. moet gedurende meer dan één jaar actief het sportschieten hebben beoefend
B. moet gedurende meer dan twee jaren actief het sportschieten hebben beoefend
C. moet gedurende meer dan drie jaren actief het sportschieten hebben beoefend
1Bij wie wordt de voorlopige sportschutterlicentie aangevraagd:
A. bij de provinciegouverneur door bemiddeling van de lokale politie.
B. bij de lokale politie
C. bij de gemachtigde schietsportfederatie via de club.
84Een repeteervuurwapen:
A. kan herhaaldelijk worden afgevuurd zonder dat het manueel moet worden herladen
B. dient na elk schot te worden herladen, er wordt niet automatisch een volgende patroon gekamerd. De volgende patroon wordt geladen uit een magazijn, lader of trommel
C. kan nooit gebruikt worden voor het sportschieten
113Bij invoer van een geneutraliseerd vuurwapen:
A. moet een wapenvergunning worden aangevraagd bij de gouverneur, het wapen dient te worden aangeboden bij de lokale politie die de invoer vaststelt
B. moet een aangifte gebeuren bij de proefbank binnen de acht dagen na de invoer
C. dient niet te worden ondernomen als het wapen geneutraliseerd werd na 8 april 2016
65Sportschutters kunnen sommige vergunningsplichtige wapens voorhanden hebben zonder vooraf een vergunning aan te vragen aan de gouverneur:
A. op basis van een model 9
B. op basis van een model 4
C. op basis van hun sportschutterslicentie
31Bij de aanvraag van een sportschutterslicentie:
A. moeten attesten van slagen van de praktische en theoretische proeven worden voorgelegd, tenzij er vrijstelling is.
B. moet enkel attest van slagen van de theoretische proef worden voorgelegd, tenzij er vrijstelling is
C. moeten nooit attesten van slagen voor de praktische en theoretische proef worden voorgelegd
21Philomène is houder van een voorlopige sportschutterslicentie geldig voor wapencategorie A:
A. in zijn sportschuttersboekje kan hij schietbeurten laten noteren die plaatsvonden met een pistool
B. in zijn sportschuttersboekje kan hij schietbeurten laten noteren die plaatsvonden met een revolver
C. in zijn sportschuttersboekje kan hij alle schietbeurten noteren, de wapencategorie speelt geen rol
50Een sportschutter mag, om zijn schietbeurten te laten registreren, in het bezit zijn van maximaal:
A. één sportschuttersboekje
B. één sportschuttersboekje per federatie waarbij hij lid is
C. zoveel sportschuttersboekjes als hij wil
12Aan een persoon die veroordeeld is voor een misdrijf waardoor elk wapenbezit uitgesloten is:
A. kan de schietsportfederatie een voorlopige sportschutterslicentie toekennen
B. kan de schietsportfederatie een sportschutterslicentie toekennen
C. kan de schietsportfederatie nooit een voorlopige sportschutterslicentie of een sportschutterslicentie toekennen